Absolute afstand: De werkelijke afstand tussen 2 plaatsen, via de rechte lijn gemeten (hemelsbreed) of langs de kortste afstand, meestal gemeten in km. Zie ook relatieve afstand*.
Actieve vakantie: Er worden in de vakantie prestaties geleverd: op de fiets, met de kano, op de schaats, bergen beklommen, diep in zee gedoken, enz. Zie ook passieve vakantie*.
Alpen: Van de topografie moet je kennen (niet minder, maar ook niet meer): Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Italië, Oostenrijk, Slowenië, Alpe d'Huez, Chamonix, Val dÍsere, Davos, Sankt Moritz en Innsbruck. Op het examen zullen de vragen vooral gaan over de milieugevolgen van het toerisme. Tot 1850 liet men de ramen van de reiskoets blinderen om de weerzinwekkende onherbergzaamheid van de Alpen maar niet te zien. Daarna kwam de periode dat men de woeste natuur ging waarderen. Nou dat hebben de Alpen geweten. De Alpen zijn een hooggebergte (hoger dan 1500 meter) in het hart van Europa. Het is een geologisch jong gebergte, dus scherpe pieken, sterk reliëf. Er ligt eeuwige' sneeuw en er komen veel gletsjers voor. Beroemd om de wintersport, maar de zomersporten komen opzetten (wandelen, klimmen), zodat sprake is van seizoensverlenging*. Milieu gevolgen en gevaren: lawines, erosie, snel wegstromen van smeltwater zodat vroeger onschuldige Alpen-riviertjes nu een ernstige bedreiging vormen en de laatste tijd: rijden door tunnels.
Binnenlands toerisme: (voor bijzoorbeeld Nederland) Nederlanders gaan in eigen land op vakantie.
B.N.P (bruto nationaal product): De geldwaarde van de optelsom van alle goederen en diensten die door 1 land geproduceerd worden. Ook het toerisme is een industrie en tot 11 september (2001) de snelst groeiende.
B.R.P (bruto regionaal product): Totale geldwaarde van alle goederen en diensten gemaakt in een regio. Vooral achtergebleven regio's en steden proberen via toeristenstromen snel meer geld binnen te halen. Men bouwt bijvoorbeeld musea met bijzondere architectuur (Groningen, Bilbao).
Caraïbisch gebied: Van de topografie moet je kennen (niet minder, maar ook niet meer): Cuba, Jamaica, Aruba, Bonaire, Curacao, Sint Maarten, Barbados, Bahama's, Dominicaanse Republiek en Isla Margarita. Zie ook de site van Traveldiscovery. Eilandenrijk, ontdekt door Columbus in 1492, daarna onder veel Europese landen verdeeld. Nu zijn een groot aantal eilanden zelfstandig (Cuba). Worden veel bezocht door cruiseschepen (drijvende preteilanden) en hurricanes (tropische wervelstormen, cyclonen, orkanen die meestal een min of meer vaste route kiezen over dit gebied). Op het examen zullen vooral vragen komen over de economische gevolgen van het toerisme.
Complementariteit: Aanvulling. In aardrijkskundige zin: andere gebieden bieden iets wat er bij jou in de buurt niet is bijvoorbeeld gletsjers, woestijnen, grotten, hanengevechten enzovoorts.
Dagtoerisme: 's Morgens vroeg weg en 's avonds weer thuis (een dagje strand, Efteling enzovoorts).
Ecotoerisme: (ook wel duurzaam toerisme genoemd) Kleinschalig toerisme zodat ook volgende generatie op deze plek kunnen genieten, men maakt niets kapot en zorgt ervoor dat milieu, natuur en landschap niet aangetast worden. Ook de plaatselijke, autochtone bevolking profiteert er van, dus niet alleen de rijke elite.
Georganiseerd toerisme: De vakantie laat je door anderen regelen.
Indonesië: Van de topografie moet je kennen: Jawa, Sumatera, Kalimantan, Sulawesie, Bali, Maluku, Kleine Soenda eilanden, Irian Jaya, Jakarta, Surabaya, Yogyakarta, Medan en Denpassar. Indonesië is een groot eilandenrijk rondom de evenaar en ex-kolonie van Nederland, daarom tot 1949 Nederlands -Indië geheten. Overwegend islamitisch. Grote informele sector (schoenpoetsers, kleine eettenten, verkopers van 1 sigaret, enzovoorts). Grote verscheidenheid aan religies en culturen. Volgens de minister zullen juist over de verschillen in religie ( Bali= Hindeoïsme, het eiland van de goden) en culturen (de apendans, gamelanmuziek) vragen op het eindexamen gesteld worden. Zie ook de site van Traveldiscovery.
Kaarten: De minister heeft beloofd altijd examenvragen met kaarten te maken. Als je de laatste aardrijkskunde-examens op Examen.nl doorkijkt, zie je dat hij woord gehouden heeft. Voor kaartvaardigheden: kijk op hetzelfde net bij ExamenMail(gratis aanmelden). Leer goed de topografie van de 6 regio's.
Massatoerisme: Grote aantallen toeristen gaan naar dezelfde plek en op dezelfde tijd. Gevolgen: opstoppingen op de wegen, vervuiling van achter gebleven rommel, seizoenswerkloosheid, aantasting van het landschap. Reacties hierop: een bepaald aantal toeristen toelaten (staat er op een bord in de haven van Harlingen: Vlieland is vol), een beperkt aantal bezoekers per uur in een museum, zeer hoge boetes als je toch in een natuurgebied gaat skiën in de Franse Alpen.
Milieu: Alle factoren die samen de omgeving vormen.
Passieve vakantie Je zoekt vooral de rust op je vakantie.
Regio Duidelijk bepaald gebied met eigen unieke kenmerken.
Relatieve afstand De afstand tussen 2 plaatsen, waarbij vooral gelet wordt op zaken als: kosten, moeite en tijd. Kan dus ook veranderen door bijvoorbeeld andere prijzen (last minute) of filevorming!
Recreatie Vrijetijdsbesteding aan plezier en ontspanning. Als je dus meedoet aan een potje georganiseerd volleybal op een camping in Spanje, ben je aan het recreëren als toerist.
Seizoensverlenging Proberen buiten het hoogseizoen ook toeristen te lokken. Dus langer inkomsten en minder seizoenswerkloosheid.
Schaalvergroting Bij dit onderwerp bedoeld wanneer individueel toerisme overgaat in massatoerisme. Dan komen er enorme hotels bij, de bestemming wordt opgenomen in de reisgidsen, er wordt een beter vliegveld aangelegd, er worden enorme disco's gebouwd enz. enz, totdat de leefbaarheid in gevaar komt en er een breekpunt optreedt in de groei van het toerisme door de te grote concentratie van beton.
Toerisme: Het maken van reizen voor je plezier. Belangrijk:
1. Hoe ver reis je?
2. Voor welk plezier? Is dit SSSB (Sun ,Sea, Sex and Beer) of rust in een klooster in het hooggebergte? Let op: reizen naar familie valt niet onder toerisme.
Toerisme-onderverdeling: Bekend is de tweedeling massatoerisme en individueel -of elitetoerisme (Himalaya-beklimmers, wildsafari en bezoeken van berggorilla's). Maar je kunt ook een onderverdeling maken in fiets-, wandel-, rafting-, parasailing-, kunst-, gok-, enzovoorts toeristen.
Toeristenbalans (voor Nederland): Balans tussen wat wij uitgeven in het buitenland en hoeveel geld buitenlanders in Nederland achterlaten.
Toeristische voorzieningen: In toeristisch gebieden moet je de toeristenstromen zo goed mogelijk opvangen. Je bouwt hotels, strandhutten, campings, je legt goede vliegvelden en wegen aan, je zorgt voor internetcafe's en 's avonds organiseert men (plaatselijke) muziek en dans en disco, enzovoorts.
Turkije: Verplichte topografie: Istanbul, Ankara, Izmir, Antalya, Cappadocië, Pamukkale, Egeïsche Zee, Middellandse Zee, Golf van Antalya. Turkije ligt op de grens van 2 werelddelen, heeft (daardoor) een rijk verleden en is sterk islamitisch. In het binnenland zijn bijzondere landschappen en de kusten hebben mooie stranden onder de vaak blauwe hemel. Op het examen worden vooral vragen gesteld over de economische gevolgen van het toerisme.
Vakantie: Minstens 4 nachten niet in je eigen bed slapen, maar ergens anders op een waterbed (boot) of in een x-aantal sterrenhotel (in de woestijn onder de blote hemel), in een tent of…
Vakantiespreiding: Spreiden van de vakantiegangers in tijd (dus niet alleen hoogseizoen) en in de ruimte (dus niet allemaal op dat ene kleine stukje strand).
VVV: Geven vooral toeristische informatie over hun eigen regio met als doel dat de toeristen dit gebied gaan bezoeken. Voor Nederland: Zie de VVV-site.
Waddengebied: Topografiekennis: Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog, Den Helder, Den Burg, De Koog, West Terschelling, Harlingen, Holwerd en Lauwersoog. Bijzonder is dat je er met de boot naar toe moet, tenzij je onder leiding van een deskundige gids gaat wadlopen. Onderweg passeer je de laatste tijd veel zeehonden. Op de eilanden zijn sommige gedeelten (tijdelijk) afgesloten als natuurreservaten of als militaire oefenterreinen. Op het examen worden vooral vragen gesteld over de milieugevolgen van het toerisme in dit kwetsbare gebied, zoals (rust)verstoring, aantasting, erosie, milieuvervuiling. Zie ook Waddenzee.nl en de Waddenvereniging.
Zeeland: Verplichte topografie: Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren, Schouwen-Duiveland, Zuid- en Noord-Beveland, Westerschelde, Oosterschelde, Grevelingen, Renesse,Domburg, Westkapelle, Middelburg, Vlissingen, Breskens. Vroeger lag dit gebied door de vele zeearmen nogal geïsoleerd, maar door de Deltawerken is dit isolement doorbroken en is het veel beter bereikbaar voor veel Nederlanders, Duitsers en Belgen die van wind, water, strand en oude stadjes houden. Het beeld van Zeeland van voor 1953: slecht bereikbaar; agrarisch; streng kerkelijk moet bijgesteld worden. Nu liggen er al duizend keer meer meiden topless aan het strand dan er nog in klederdracht rondlopen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten